Geschoord en ongeschoord
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Geschoord verwijst naar een constructie die is voorzien van diagonale elementen, zoals schoren of windverbanden, om stabiliteit te bieden. Ongeschoord beschrijft een constructie die stabiliteit verkrijgt door andere middelen, zoals stijve verbindingen of massieve wanden, zonder gebruik te maken van diagonale schoren in het stabiliteitssysteem.
Omschrijving
De stabiliteit van een bouwkundige constructie is cruciaal om te voorkomen dat deze bezwijkt onder belastingen zoals wind, eigen gewicht of trillingen. Stabiliteit zorgt ervoor dat een constructie in evenwicht blijft en niet omvalt, wegzakt of instort. Bij het ontwerpen van een constructie moet de stabiliteit in alle richtingen worden gewaarborgd. Dit kan op verschillende manieren worden bereikt, wat leidt tot het onderscheid tussen geschoorde en ongeschoorde constructies. De keuze tussen een geschoorde of ongeschoorde constructie is een samenspel tussen de opdrachtgever, architect en constructeur en hangt mede af van het ontwerp, de materiaalkeuze, de grootte van het bouwwerk en de locatie. Het gedrag en de stijfheid van verbindingen spelen een belangrijke rol bij beide constructietypes. Bij prefab betonconstructies wordt stabiliteit vaak bereikt door inklemming in de fundering, stijfheid van dwarswanden, schijfwerking van vloeren en daken, windverbanden, of een combinatie hiervan.
Geschoorde constructie
Bij een geschoorde constructie wordt de benodigde stijfheid en stabiliteit verkregen door extra bouwelementen, naast de vloeren, wanden en het dak. Dit zijn vaak diagonale elementen, zoals schoren of windverbanden (ook wel stabiliteitsverbanden genoemd), die horizontale en schuine krachten opvangen. Deze elementen zorgen voor extra stijfheid en helpen vervorming of instorting te voorkomen. Ze worden onder meer toegepast in houten raamwerken, gevelstutten, steigers en vakwerken. Bij hogere gebouwen zijn geschoorde constructies vaak noodzakelijk. Stabiliteitsvoorzieningen zoals betonnen liftkokers of dwarswanden kunnen ook als schorende elementen fungeren. De vloeren spelen hierbij een rol door horizontale krachten via schijfwerking over te dragen naar deze stabiliteitscomponenten.
Ongeschoorde constructie
Een ongeschoorde constructie bereikt stabiliteit zonder expliciete diagonale schoren in het stabiliteitssysteem. De benodigde stijfheid wordt hierbij geleverd door het 'raamwerk' zelf, bestaande uit vloeren, wanden en het dak, door middel van stijve verbindingen en/of massieve elementen. Voorbeelden hiervan zijn constructies met massieve gewapende wanden en stijve verbindingen tussen bouwmuur en vloeren, of door inklemming van kolommen in de fundering. Momentvaste verbindingen tussen balken en kolommen, die buigmomenten kunnen overdragen, dragen bij aan de stabiliteit van ongeschoorde constructies, met name bij skeletconstructies waar inklemming alleen onvoldoende stijfheid biedt. Dit type constructie wordt vaak toegepast in moderne staal- en betonbouw, waar stabiliteit via de verbindingen, kernstructuren of schijfwerking wordt gerealiseerd. Ongeschoorde constructies worden vaker toegepast bij laagbouw.
Stabiliteitssystemen
De stabiliteit van een constructie kan op verschillende manieren worden verzekerd. Naast geschoorde en ongeschoorde systemen, waarbij de stabiliteit respectievelijk door extra elementen of door de stijfheid van het hoofdsysteem wordt verkregen, bestaan er ook gesteunde steigers die hun stabiliteit ontlenen aan een aangrenzende constructie, zoals een gebouw. Een stabiliteitssysteem omvat alle elementen die samenwerken om de stijfheid en stabiliteit van een constructie te waarborgen, zoals wanden, balken, kolommen, schoren en windverbanden. De Eurocode maakt onderscheid tussen geschoorde en ongeschoorde systemen, waarbij dezelfde verbinding afhankelijk van de schoring anders geclassificeerd kan worden wat betreft stijfheid.
Gebruikte bronnen: